Je maakt documenten onder andere toegankelijk door er codes aan toe te voegen (tags). Die codes moeten voldoen aan wereldwijde standaards (WCAG). Die standaards kunnen in de loop der tijd veranderen. Hoe zorg je dat een document ook aan die toekomstige standaards voldoet?  

 We maken hier het onderscheid tussen ongestructureerde informatie en gestructureerde informatie. Met ongestructureerde informatie bedoelen we hier publicaties, zoals een verslag, rapport of een brochure.  

Met gestructureerde informatie bedoelen we hier transactiedocumenten, deze worden naar meer ontvangers tegelijk verzonden. Denk maar aan je bankafschrift. Ze bestaan uit een template en specifieke klantinhoud. De template is voor iedereen gelijk en de inhoud verschilt per klant. Het maken van deze documenten noemen we hier documentcompositie. 
Wil je efficiënt toegankelijkheid inbouwen in je documentcompositie en werkproces, bedenk dan hoe je de codes voor toegankelijkheid zo lang mogelijk gescheiden kunt houden van de rest van het document. Hoe later je de codes en hun posities samenvoegt met de rest van het document des te beter. Want eenmaal ingevoegd maken ze definitief deel uit van het document. Wanneer de eisen aan de codes dan veranderen is het hele document achterhaald en dat betekent extra herstelwerk. Een kwestie van plannen dus. 

Voor deze efficiënte werkwijze gebruik je een oplossing waarmee je de codes en hun positie in het document apart beheert. Je voegt ze pas samen als je het document nodig hebt of archiveert.